Nederlands

 
de kopse kant van hout
Uitspraak
Woordafbreking
  • kops
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van kop met het achtervoegsel -s
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen kops kopser kopst
verbogen kopse kopsere kopste
partitief kops kopsers -

Bijvoeglijk naamwoord

kops [1]

  1. betrekking hebbend op het vlak dat is ontstaan bij zaagwerk haaks op de stam van de boom
    • In het kopse hout zijn eventuele groeiringen zichtbaar. 
  2. betrekking hebbend op het kleinste vlak van een baksteen

Gangbaarheid

65 % van de Nederlanders;
43 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen