• ko·pi·eer·baar
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen kopieerbaar kopieerbaarder kopieerbaarst
verbogen kopieerbare kopieerbaardere kopieerbaarste
partitief kopieerbaars kopieerbaarders -

kopieerbaar

  1. waar een extra, gelijkend exemplaar van gemaakt kan worden
    • „De verouderde magneetstriptechnologie stamt uit de jaren zestig”, verklaarde Currence-woordvoeder Bob Goulooze tegenover de zender. „Die strip is gemakkelijk kopieerbaar en daarmee levensgevaarlijk. Criminelen maken valse passen aan en nemen daarmee geld op in het buitenland.” [1] 
  1. NRC 3 november 2011