• ko·per·druk·ke·rij
enkelvoud meervoud
naamwoord koperdrukkerij koperdrukkerijen
verkleinwoord - -

de koperdrukkerijv

  1. (bedrijf) (historisch) onderneming waar afbeeldingen en teksten in een koperen platen worden gegraveerd waarvan dan met inkt meerdere afdrukken worden gemaakt
     Zijn ouders hadden echter liever, dat hij het drukkersvak leerde en zo kwam Jan in de staal- en koperdrukkerij van Brugman.[2]
      Een handelsvriend zijns vaders, door den aanleg van den knaap verrast, bemiddelde zijne toelating als leerling aan Schulgens kunstzaak te Bonn, die later, als koperdrukkerij der koninklijke kunstakademie naar Dusseldorp verlegd werd.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron Kunst en Wetenschap. : De tent van Grader in: Groninger Dagblad  , jrg. 40 nr. 237 (8 mei 1926), I. Oppenheim, Groningen, p. 11 kol. 2
  3.   Weblink bron
    W.S.
    Joseph von Keller. in: Dietsche Warande., jrg. 10 nr. 6 (najaar 1874), p. 506/507