koolwitje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kool·wit·je
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kool en witje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koolwitje | koolwitjes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het koolwitje o dim. tant. [1]
- (vlinders) Pieris geel-witte vlinder met zwarte vlekken, waarvan de rups zich o.a. met kool (boerenkool en spruitkool) voedt
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord koolwitje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "koolwitje" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be