koningsvaart
- ko·nings·vaart
- samenstelling van koning en vaart met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koningsvaart | koningsvaarten |
verkleinwoord | koningsvaartje | koningsvaartjes |
- (scheepvaart) de vaart van een koning bij speciale gelegenheden.
- Tijdens de abdicatie vond er een koningsvaart plaats.
- Het woord 'koningsvaart' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.