Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knuf·fe·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen knuffelig knuffeliger knuffeligst
verbogen knuffelige knuffeligere knuffeligste
partitief knuffeligs knuffeligers -

Bijvoeglijk naamwoord

knuffelig

  1. van een persoon die veel wil aangehaald worden

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be