Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knop·vor·mig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen knopvormig knopvormiger knopvormigst
verbogen knopvormige knopvormigere knopvormigste
partitief knopvormigs knopvormigers -

Bijvoeglijk naamwoord

knopvormig

  1. vorm van een knop hebbend
    • Een knopvormig messing gewicht heeft bovenop het cilindervormige gewicht een inkeping zodat je het makkelijk kunt optillen. 

Gangbaarheid