Nederlands

 
1. De bereiding van knoedelsoep.
Uitspraak
Woordafbreking
  • knoe·del·soep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord knoedelsoep knoedelsoepen
verkleinwoord knoedelsoepje knoedelsoepjes

Zelfstandig naamwoord

de knoedelsoepv / m

  1. (voeding) warm vloeibaar gerecht waarin stukjes deeg zijn verwerkt
     Wat zat hij hier onnadenkend zijn tijd te vergeten en de weduwe wachtte met haar eeuwige macaroni of knoedelsoep.[1]
Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    C.J. Kelk
    “Reis door de wolken.” (1940), A.W. Bruna & Zoon's, Utrecht, p. 166