• knob·bel·vor·mig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen knobbelvormig knobbelvormiger knobbelvormigst
verbogen knobbelvormige knobbelvormigere knobbelvormigste
partitief knobbelvormigs knobbelvormigers -

knobbelvormig

  1. vorm van een knobbel hebbend
    • Een carcinoom kan zich oppervlakkig verspreiden maar ook knobbelvormig groeien (nodulaire groei).