Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klo·te·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kloterij kloterijen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kloterijv

  1. onzinnige en vervelende praatjes
    • De boomlange Van Damme, die in de verlenging het winnende doelpunt had gemaakt, was minder tactisch. Hij stoomde op de verslaggever af, priemde met zijn vinger naar voren en zei: 'Dat is onzin, die kloterij moet stoppen. Je doet niemand goed door zulke vragen te stellen. Als je zulke dingen blijft vragen, moet je gaan oppassen.' [2] 
    • Woodroof is een vent zoals ruraal Texas die voortbrengt: viriel, vuilbekkend, anti-autoritair, homofoob, een beetje primitief. Zoals de dokters ondervinden die hem na een ongeval onderzoeken en de harde boodschap brengen: u hebt aids. ‘Wat voor fucking kloterij is dat, ik ben toch geen reetkever, zeker?’, krijgen ze als antwoord. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

65 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Het Parool TOON MAST 26 SEPTEMBER 2012 Ex-Ajacied Van Damme woest op tv-reporter
  3. De Standaard 05 FEBRUARI 2014 steven de foer ‘Nog 30 dagen te leven? Fuck you!’
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be