klooi
- klooi
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klooi | klooien |
verkleinwoord | - | - |
vervoeging van |
---|
klooien |
klooi
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klooien
- Ik klooi.
- gebiedende wijs van klooien
- Klooi!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klooien
- Klooi je?
- Het woord klooi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klooi" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ klooi op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be