klokradio
- klok·ra·dio
- samenstelling van klok zn en radio zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klokradio | klokradio's |
verkleinwoord |
de klokradio m
- radio met klok die als wekker kan dienen
- Dat kan soms verwarrend zijn. Laatst werd ik wakker en zag ik op mijn kleine klokradio dat het zeven uur was. Ik sprong op, omdat ik om half acht een afspraak had met een vriend. Ik belde de vriend op om te zeggen dat ik misschien een paar minuutjes verlaat zou zijn, omdat ik me verslapen had, waarop de vriend zei: we hebben om half acht vanavond afgesproken. Het is nu zeven uur ’s ochtends.[1]
- Een bevriend paar werd onlangs wakker met (van?) een reutelende klokradio. Van muziek of nieuwsberichten was geen sprake meer, en op de plaats waar normaal het uur wordt geafficheerd, gaapte een zwarte vlek.[2]
1.
- Het woord klokradio staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klokradio" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ NRC Anil Ramdas 23 april 2007 Tropenrooster
- ↑ de Standaard 04/02/2000 Luc Coppens Wie betaalt voor elektrische schade?
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be