klimrek

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  klimrek    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• klim·rek

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  klim ww  en  rek 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	klimrek	klimrekken
verkleinwoord	klimrekje	klimrekjes

Zelfstandig naamwoord

het klimrek o

1. sport- of speeltoestel waarop men klimt

Vertalingen

    1. sport- of speeltoestel waarop men klimt   

Afrikaans: klimraam (af), wouterklouter (af)

Engels: jungle gym (en), monkey bars (en)

Gangbaarheid

• Het woord klimrek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klimrek" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.