klimmuur

Nederlands

klimmuur in Groningen

Uitspraak

• Geluid:  klimmuur    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• klim·muur

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  klimmen ww  en  muur zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	klimmuur	klimmuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de klimmuur m

1. een speciaal geprepareerde muur waarop men kan leren klimmen

   • En dan zijn er ook nog vijf escaperooms op de bovenste etage. In elke kamer voeren twee tot vier spelers opdrachten uit, zoals het oplossen van een puzzel of klimmen op een virtuele klimmuur. Alle drie spellen samen leveren zo'n twee uur vertier op. ,,En extra werkgelegenheid, niet te vergeten." 
   • Het schip, 362 meter lang, biedt plaats aan ruim 6.000 passagiers en 2.000 bemanningsleden, het kostte een miljard euro. Daarvoor kreeg het ook een enorme waterglijbaan, klimmuren van 43 meter en een schaatsbaan. 

Gangbaarheid

• Het woord klimmuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klimmuur" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.