klimaatscholier
- kli·maat·scho·lier
- samenstelling van klimaat zn en scholier zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klimaatscholier | klimaatscholieren |
verkleinwoord |
de klimaatscholier m
- scholier die actievoert om de regering aan te zetten tot meer activiteiten die de opwarming van de aarde tegengaan
- De spijbelende klimaatscholieren zijn voor de tweede donderdag op rij in Brussel de straat opgegaan. Ze demonstreren voor een beter klimaat. De Brusselse politie meldt dat maar liefst 12.500 jongeren deelnemen aan de betoging. Dat is een veelvoud van de 3.000 deelnemers vorige week. [1]
- ‘Opa’ Eddy (62) betoogt mee tussen massa klimaatscholieren: “Ik heb hier niemand van mijn leeftijd gezien” [2]
- Het woord 'klimaatscholier' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ HP de Tijd 17 JAN 2019 Klimaatspijbelaars opnieuw bijeen in Brussel
- ↑ de gazet van Antwerpen 17/01/2019 Bert Provoost ‘Opa’ Eddy (62) betoogt mee tussen massa klimaatscholieren: “Ik heb hier niemand van mijn leeftijd gezien”