De kliederige schilderingen van de kinderen worden door de grootouders luidruchtig bewonderd, maar de moeder was nog dagen bezig om de vlekken uit het tapijt te krijgen.
Ondanks de transformatie van cabaret-act naar een serieuzere, meer tekstgerichte theatergroep heeft de groep zijn unieke signatuur behouden: smerig, luidruchtig, gewelddadig en kliederig. Als eresaluut hergebruikt Anna Schoen een Chaplin-achtige scène uit de eerste voorstelling: ze slaat koffiebonen op de vloer fijn met een hamer, zuigt ze op met een stofzuiger en zet koffie met de volle stofzuigerzak als filter.[1]