Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kleu·ter·juf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kleuterjuf kleuterjuffen
kleuterjufs
verkleinwoord kleuterjuffie kleuterjuffies

Zelfstandig naamwoord

de kleuterjufv

  1. (onderwijs) vrouw die verantwoordelijk is voor de opvang en vorming van kleuters in het onderwijs
    • Kleuterjuf mishandeld door ouders in Den Haag [1] 

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen