kleursel
- kleur·sel
- Naamwoord van handeling van kleuren met het achtervoegsel -sel[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleursel | kleursels |
verkleinwoord |
het kleursel o
- stof waarmee je iets een bepaalde kleur kan geven
- ”Samen bouwen aan uw kaas”, is een slogan van CZ Rouveen. In principe kan elke kaas -in een minimumhoeveelheid van 1000 kilo- worden samengesteld uit reeksen van melk- en vetsoorten, vetgehaltes en hulpstoffen zoals zuursel, stremsel, kleursel, conserveringsmiddel of een eigen inbreng. [2]
- Wanneer je geen enkel middel op je hoofd doet,’ zei hij bij zichzelf, ‘geen vet, geen plaksel, geen kleursel, geen bleekmiddel, geen haarpoeder en geen reukwater in je haar doet, dan heb je op de anderen een grote voorsprong. De onwetenden zijn voor de kaalhoofdigheid een gemakkelijk te bemachtigen prooi. [3]
- boterkleursel
- Het woord kleursel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kleursel" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[4] |
- Het woord kleursel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad Niek Sterk 09-11-2005 CZ Rouveen is kaasspecialist pur sang
- ↑ Gerard ReveLezen, luisteren én kijken: het laatste hoofdstuk van ‘De Avonden’ (31 december 2015) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2020-02-10
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be