kleurgebruik

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kleurgebruik    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• kleur·ge·bruik

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kleur zn  en  gebruik zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kleurgebruik
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het kleurgebruik o

1. (kunst) het toepassen kleur in een (kunst)werk

   ▸ H.M., zoals het werk heet, krijgt "een ereplek" in het nieuwe gebouw van het Stedelijk. De koningin is staand afgebeeld in de Oranjezaal van Huis ten Bosch. Het museum noemt het "een uitzonderlijk portret van Hare Majesteit, uitgevoerd in het zeer kenmerkende handschrift van de kunstenaar, met zijn intrigerende en suggestieve figuratie en spaarzame kleurgebruik".

   ▸ Voor het eerst is in Parijs een grote overzichtstentoonstelling ingericht met werk van de Amerikaanse schilder Edward Hopper (1882 - 1967). Te zien zijn 128 schilderijen en nog eens 35 werken van Franse schilders, die een directe invloed hadden op Hoppers werk. Hopper gezocht Parijs drie maal aan het begin van de 20ste eeuw. Hij raakte toen onder de indruk van het kleurgebruik van Henri Matisse en de dramatiek in het werk van Edgar Degas. Hopper deed nooit geheimzinnig over zijn invloeden en noemde zich graag een post-impressionist.

Gangbaarheid

• Het woord kleurgebruik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.