klepbreuk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- klep·breuk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klep zn en breuk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klepbreuk | klepbreuken |
verkleinwoord | klepbreukje | klepbreukjes |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) het breken van een klep (hartklep, aortaklep, mitraalklep, pulmonalisklep etc.)
Gangbaarheid
- Het woord 'klepbreuk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.