klepboor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- klep·boor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klep en boor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klepboor | klepboren |
verkleinwoord | klepboortje | klepboortjes |
Zelfstandig naamwoord
- (gereedschap) buisvormige grondboor met een klepvormige sluiting
Gangbaarheid
- Het woord 'klepboor' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.