klemtoonhomograaf

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klem·toon·ho·mo·graaf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klemtoonhomograaf klemtoonhomografen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het klemtoonhomograafo

  1. (taalkunde) een woordenpaar dat niet in spelling maar wel in klemtoon verschilt
    • Dóórlopen en doorlópen vormen samen een klemtoonhomograaf. 
Synoniemen

Gangbaarheid