Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • klei·ne jaar·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kleine jaarvogel kleine jaarvogels
verkleinwoord klein jaarvogeltje kleine jaarvogeltjes

Zelfstandig naamwoord

de kleine jaarvogelm

  1. (neushoornvogelachtigen) Rhyticeros subruficollis   een neushoornvogel die voorkomt in het oriëntaals gebied. Deze soort lijkt sterk op de (gewone) jaarvogel ( (Rhyticeros undulatus) en werd samen met deze laatste wel in het geslacht Aceros   als ondersoorten beschreven als respectievelijk Aceros plicatus undulatus en A. p. subruficollis
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie