kleedster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kleed·ster
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van kleden met het achtervoegsel -ster[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleedster | kleedsters |
verkleinwoord | kleedstertje | kleedstertjes |
Zelfstandig naamwoord
de kleedster v
- (beroep) vrouw die helpt bij het kleden (bijv. bij toneelvoorstellingen)
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord kleedster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kleedster" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be