kledingfreak
- Geluid: kledingfreak (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkledɪŋˌfrik / (3 lettergrepen)
- kle·ding·freak
- samenstelling van kleding zn en freak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kledingfreak | kledingfreaks |
verkleinwoord |
- (informeel) groot liefhebber van kleding met bijzondere vormgeving
- En hoewel gemakkelijkzittende kleding voor cocooning eigenlijk een 'must' is, weigert Esther stug een joggingpak of ochtendjas aan te trekken. „Ik ben een echte kledingfreak, heb heel veel mooie kleren maar die kan ik op mijn werk niet dragen. Voor mij dus geen joggingpak, geitesokken en haar in slierten om mijn hoofd. Ik wil er wel thuis graag goed uitzien." [1]
- Het woord 'kledingfreak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Hering, F."Een feestdag voor jezelf" in: De Telegraaf jrg. 97 nr. 31707 (23 december 1989); p. 19 kol. 7; geraadpleegd 2018-08-08