• klaar·staan
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klaarstaan
stond klaar
klaargestaan
klasse 6 volledig

klaarstaan

  1. absoluut gereed voor gebruik staan
    • Er stond een huurauto klaar op het vliegveld. 
     Het eten werd zo snel gebracht dat het leek of het al in grote hoeveelheden klaar had gestaan.[1]
  2. absoluut voor iemand ~: altijd bereid zijn iemand te helpen
    • Zij had altijd voor hem klaargestaan als hij problemen had. 
98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be