Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kip·pen·ra·gout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kippenragout kippenragouts
verkleinwoord kippenragoutje kippenragoutjes

Zelfstandig naamwoord

de kippenragoutm

  1. (voeding) ragout gemaakt met in stukjes gesneden kippenvlees
    • Met kerst aten we pasteitjes met kippenragout. 

Meer informatie

Gangbaarheid