kinderopvangtoeslag

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kin·der·op·vang·toe·slag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kinderopvangtoeslag kinderopvangtoeslagen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kinderopvangtoeslagm

  1. een toeslag die ouders krijgen als ze beiden werken, of in het geval van een éénoudergezin als de ouder werkt om (een deel van) de kosten van de kinderopvang te betalen
    • De kinderdagverblijven en basisscholen denken dat er genoeg geld in de totale kinderopvang wordt gestoken om alle peuters een plekje op een voorschool te bieden. Als de regering het bedrag, inclusief de kinderopvangtoeslag, maar slim investeert. ,,Er is nu een wirwar van potjes. Dat kan simpeler en efficiënter. [1] 
    • In totaal trekt het kabinet 248 miljoen euro extra uit voor de kinderopvangtoeslag. Ouders kunnen vanaf volgend jaar meer van de kosten die ze maken voor kinderopvang vergoed krijgen, zodat het aantrekkelijker wordt voor vrouwen om te gaan werken. [2] 
    • Haselhoef verwierf landelijke bekendheid als spreekbuis voor moslims na de aanslagen van 11 september 2001. Later bleek dat hij helemaal geen imam was. In 2011 werd hij aangehouden op verdenking van fraude met kinderopvangtoeslagen. Via zijn gastouderbureau Family House kreeg hij zeker twee miljoen euro aan toeslagen, terwijl er in werkelijkheid veel minder kinderen werden opgevangen dan hij beweerde. [3] 

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen