kinderopvangcentrum
- kin·der·op·vang·cen·trum
- samenstelling van kinderopvang en centrum
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kinderopvangcentrum | kinderopvangcentra kinderopvangcentrums |
verkleinwoord | kinderopvangcentrumpje | kinderopvangcentrumpjes |
het kinderopvangcentrum o
- een instituut door zorgt voor kinderen als de ouders dat (niet) meer kunnen
- Eerst bezoeken we het kinderdorp in Nairobi, dat in 1975 werd geopend en waar generaties kinderen zijn opgegroeid bij hun SOS-moeder en broertjes en zusjes. Hierna rijden we door naar een door de Keniaanse overheid gefinancierd kinderopvangcentrum. Kinderen worden hier tijdelijk opgevangen, omdat ze hun ouders kwijt zijn of omdat hun ouders niet meer voor ze kunnen zorgen. De mensen die hier werken doen hun best, maar ze zijn onderbemand en hebben het veel te druk. [1]
- Het woord kinderopvangcentrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ NRC 14 april 2012