kinderlijf

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kinderlijf    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• kin·der·lijf

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kind zn  en  lijf zn  met het invoegsel -er- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kinderlijf	kinderlijven
verkleinwoord	kinderlijfje	kinderlijfjes

Zelfstandig naamwoord

het kinderlijf o

1. het lichaam van een kind; de romp van een kind

   ▸ Ze slaat haar armen om het warme kinderlijfje en drukt het tegen zich aan.

   ▸ Diede is geboren met de ziekte van Pompe, een erfelijke spierziekte die bij 1 op de 100.000 mensen voorkomt. Nadat de ziekte is geconstateerd, krijgt het meisje een medicijn om de ziekte waarbij alle spieren in het lichaam steeds verder verslappen, af te remmen. Maar inmiddels heeft Diede teveel antistoffen opgebouwd tegen het medicijn. Het gevolg is rampzalig: het middel kan de afvalstoffen niet meer goed opruimen en de spiercellen in het kinderlijf worden in hoog tempo aangetast.

Gangbaarheid

• Het woord 'kinderlijf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.