Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kerst·ont·bijt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstontbijt kerstontbijten
verkleinwoord kerstontbijtje kerstontbijtjes

Zelfstandig naamwoord

het kerstontbijto

  1. (kerst) (voeding) een ontbijt gegeten met de kerst
    • Veel mensen in Europa eten een luxe kerstontbijt. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid