Nederlands

 
voordeur met kerstkrans
Uitspraak
Woordafbreking
  • kerst·krans
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstkrans kerstkransen
verkleinwoord kerstkransje kerstkransjes

Zelfstandig naamwoord

de kerstkransm

  1. (kerst) krans gemaakt van dennentakken die in de kersttijd aan de voordeur gehangen wordt als versiering
  2. (kerst) van bladerdeeg en amandelspijs gemaakt ringvormig gebak
    • HEEL HOLLAND BAKT KERST NPO 1, 20.30 uur Deel 2: de kandidaten storten zich op het maken van een kerstkrans, een kaarsgebakje en tot slot maken de bakkers een heus spektakelstuk in de vorm van een kerststal. Welke drie kandidaten vallen er af en welke drie halen de finale?[2]  
  3. (kerst) ringvormig koekje dat in de kerstboom gehangen kan worden
  4. (kerst) ringvormig chocolaatje dat in de kerstboom kan worden gehangen
    • Volgens Lustig is met name fructose in hoge dosis puur vergif. En dat is problematisch, want nogal wat voedingsmiddelen en (fris)dranken bevatten deze vorm van suiker. Onder meer: veel soorten champagne, poedersuiker, oliebollen en de laatste chocolade kerstkransjes die je over hebt. Het zit eigenlijk in bijna alles wat zoet is. En vooral: in bijna alles wat zoet is gemaakt.[3] 
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Volkskrant Kevin Toma 23 december 2015
  3. NRC Niels Posthumus 30 december 2012