1. Een stuk kersencake.
  • ker·sen·cake
enkelvoud meervoud
naamwoord kersencake kersencakes
verkleinwoord - -

de kersencakem

  1. (kookkunst) zoet zacht gebak met met vruchtjes van de kersenboom Prunus subg. Cerasus  
     Hollandse meikersen – zeer geschikt om zo'n kersencake mee te maken – zijn schaars goed geworden.[1]
  1.   Weblink bron
    Florine Boucher
    “Anna's Sauerkirschschnitten” (10 juni 1999) op nrc.nl