• ker·sen·cakes

de kersencakesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kersencake
     Weet je nog dat je Rebecca soms 's avonds thuisbracht van een afspraakje en dat de kokkin dan net die dag koekjes had gebakken, of een taart, of een van die kersencakes met een dikke laag chocoladeglazuur?[1]
  1.   Weblink bron
    B.J. Daniels (vert. Karin de Haas)
    “Voordeel van de twijfel” (2022), HarperCollins Holland, Amsterdam, ISBN 9789402560343, hfst. 12