• kern·pro·bleem
enkelvoud meervoud
naamwoord kernprobleem kernproblemen
verkleinwoord

het kernprobleemo

  1. moeilijkheid die de oorzaak is van van alle andere moeilijkheden
    • In het hele beleidsplan werd met geen woord gerept over de stijgende sociale segregatie in het onderwijs. Hét kernprobleem in het Amsterdamse basisonderwijs wordt niet opgelost en de wethouder schuift het voortdurend voor zich uit, meer dan een jaar lang.[1] 
    • En natuurlijk was het rapport van Standard & Poor's over de Nederlandse economie pure bagger, zoals Bas Jacobs terecht constateerde. Als je schrijft dat wegvallende binnenlandse bestedingen door een gespatte huizenzeepbel het kernprobleem van de Nederlandse economie is, kun je niet tegelijkertijd schrijven dat je voldoende vertrouwen in de toekomst hebt doordat het kabinet onverdroten doorgaat met het uitzuigen van Nederlandse huishoudens.[2] 
  1. Het Parool CAESAR BAST 29 JULI 2015 Diversiteit lijkt een ware angstgegner te worden voor de wethouder
  2. Het Parool 7 DECEMBER 2013 Een a'tje minder