Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kerk·her·vor·ming
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerkhervorming kerkhervormingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kerkhervormingv [1]

  1. (religie) verandering, aanpassing van een kerkgenootschap
     Anderen laten de Middeleeuwen beginnen met de ondergang van het Westromeinse Rijk in 476 of met de sluiting van de Griekse academiën in 527 en eindigen met de ontdekking van Amerika in 1492 of met het begin van de kerkhervorming in 1517.[2]
     Hij beloofde kerkhervorming, oorlog tegen de Turken en een concilie.[3]
Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Valentijn Meininger
    “Vertoog over de liefde” (1987), Het Spectrum  , ISBN 9027418063
  3. “De tuinen van Bomarzo” (1968), Em. Querido's Uitgeverij  , ISBN 9789021433585