• keg·ge
enkelvoud meervoud
naamwoord kegge keggen
verkleinwoord keggetje keggetjes

de keggev / m

  1. (gereedschap) ijzeren wig
     "Als service technicus adviseer ik toch wel als basis om de meeste storingen dan wel defecten te kunnen repareren, een lampen set, pakkingen, vaseline, slangeklemmen dunne en dikkere reserve lijnen een schroevendraaier setje een twee tal goede bahco's een waterpomptang wd40 eem set rescue keggen indien afsluiters de geest geven", aldus Vaarkrantreporter Cees.[3]
47 % van de Nederlanders;
36 % van de Vlamingen.[4]
  1. kegge op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “Een multitool is uw favoriete stuk gereedschap” (09 apr. 2015), De Telegraaf
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be