Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·zer·ne·ter·rein
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kazerneterrein kazerneterreinen
verkleinwoord kazerneterreintje kazerneterreintjes

Zelfstandig naamwoord

het kazerneterreino

  1. (militair) grodgebied waarop gebouwen staan waar soldaten zijn gelegerd
     De explosie vond plaats bij een kerk op het kazerneterrein in Kaduna. In die noordelijke deelstaat zijn dit jaar meerdere aanslagen gepleegd, onder meer op kerken.[2]
     Het college van Burgemeester en Wethouders is voor het plan om drie bestaande moskeeën samen te brengen op het kazerneterrein. De gemeenteraad moet nog akkoord gaan.[3]
  2. grondgebied waar een brandweerkazerne op gebouwd is

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Doden door autobom in Nigeria” (Zondag 25 november 2012, 17:34), NOS
  3.   Weblink bron “Groot deel van de Kamer wil geen moskee in Gouda” (Donderdag 5 februari 2015, 18:43), NOS