• kat·aal
  • samenstelling van  kat zn  en  aal zn , omdat de vis te klein is voor menselijke consumptie en daarom maar aan de kat wordt gegeven[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord kataal katalen
verkleinwoord kataaltje kataaltjes

de kataalm

  1. kleine, jonge paling
13 % van de Nederlanders;
15 % van de Vlamingen.[2]