kataal
- kat·aal
- samenstelling van kat zn en aal zn , omdat de vis te klein is voor menselijke consumptie en daarom maar aan de kat wordt gegeven[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kataal | katalen |
verkleinwoord | kataaltje | kataaltjes |
de kataal m
- kleine, jonge paling
- Het woord 'kataal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kataal" herkend door:
13 % | van de Nederlanders; |
15 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be