kasteelterrein

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kasteelterrein    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• kas·teel·ter·rein

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kasteel zn  en  terrein zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kasteelterrein	kasteelterreinen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het kasteelterrein o

1. terrein waarop een kasteel gebouwd is

   ▸ Eerste beelden vanuit oud Japans kasteelterrein na aardbevingen: Vanwege instortingsgevaar mogen journalisten pas een maand na de zware aardbevingen voor het eerst de schade aan kasteel Kumamoto filmen.

   ▸ Stuw in Drienerbeek bij kasteelterrein Huys Hengelo hersteld

   ▸ De grote toeloop op het Ruurlose museum zorgde vanaf het begin voor parkeerproblemen. De gemeente legde extra parkeerplaatsen aan en museumeigenaar Hans Melchers wil op het eigen kasteelterrein nog meer parkeerplaatsen laten aanleggen. De inderhaast opgezette pendeldienst met golfkarretjes, mede bekostigd door lokale ondernemers, is een succes. Bezoekers worden gratis tussen het dorp en het museum vervoerd.

Gangbaarheid

• Het woord 'kasteelterrein' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.