kasgroente
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kasgroente (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kas·groen·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kas zn en groente zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kasgroente | kasgroentes kasgroenten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kasgroente v
- (landbouw) een groente die gekweekt is in kassen
- Traditioneel gezien komen de kasgroenten voor heel Europa in de zomer uit Nederland en in de winter uit Spanje. Door verdere verbeteringen kunnen de Spaanse tuinders steeds beter concurreren met hun Nederlandse collega’s, voorspelt Jan van der Blom. De Nederlandse bioloog werkt sinds 1993 in Almería aan het optimaliseren van de teelt. Zo bracht hij hommels naar de plastic kassen om de tomatenplanten te bestuiven.[1]
- De strenge vorst treft niet alleen wintergroenten. Ook kasgroente als sla groeit langzamer door de kou en is daardoor duurder. [2]
Vertalingen
1.(landbouw) een groente die gekweekt is in kassen
Gangbaarheid
- Het woord kasgroente staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.