karperzalmen
- (IPA in voorbereiding)
- kar·per·zal·men
- karperzalm zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | karperzalmen | |
verkleinwoord |
de karperzalmen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord karperzalm
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Characidae van straalvinnige vissen uit de orde van karperzalmachtigen (Characiformes )
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Cynodontidae van straalvinnige vissen uit de orde van karperzalmachtigen (Characiformes )
- [2,3] karperzalmachtigen, meervallen en karperachtigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'karperzalmen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.