kardamon
- kar·da·mon
- uit het Grieks en Latijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kardamon | |
verkleinwoord |
de kardamon m
- (plantkunde) (specerij) Elettaria cardamomum een plant die verwant is aan gember en waarvan de zaden en zaaddozen als specerij gebruikt worden
- ▸ Er is verfrissend watermeloensap, maar ook een straffe espresso. En dan is er dat saffraan, kardamon of zoute-karamelijs natuurlijk. Dezer dagen stort de chef zich ook nog op sorbetijs van granaatappel.[1]
- Het woord kardamon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Lot Piscaer“Dankzij chef-kok Maher al Sabbagh proef je al het moois van de Zijderoute nu op het Oostplein” (19-08-2020), Tubantia