kapperstruik
- kap·per·struik
- samenstelling van kapper en struik
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kapperstruik | kapperstruiken |
verkleinwoord | - | - |
de kapperstruik m
- (plantkunde) Capparis spinosa een in Zuid-Europa voorkomende heester waarvan de ingelegde bloemknoppen worden gebruikt in o.m. kappertjessaus etc.
- Het woord 'kapperstruik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.