kanonvuur
- ka·non·vuur
- samenstelling van kanon en vuur [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kanonvuur | kanonvuren |
verkleinwoord |
het kanonvuur o
- (militair) het schieten met kanonnen
- Het woord kanonvuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.