Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·naal·schei·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kanaalscheiding kanaalscheidingen
verkleinwoord kanaalscheidinkje kanaalscheidinkjes

Zelfstandig naamwoord

de kanaalscheidingv

  1. (elektronica) de mate van scheiding tussen de kanalen indien een systeem over meerdere daarvan beschikt

Gangbaarheid

Meer informatie