kampeeruitrusting


  • kam·peer·uit·rus·ting
enkelvoud meervoud
naamwoord kampeeruitrusting kampeeruitrustingen
verkleinwoord kampeeruitrustinkje kampeeruitrustinkjes

de kampeeruitrustingv

  1. alle zaken die men nodig heeft om te kunnen gaan kamperen zoals een tent, slaapzak, matrasje en kooktoestel
     We hebben geen kampeeruitrusting bij ons.[1]
  2.  De laatste is lid van het stichtingsbestuur van de Friese Eredivisieclub en zal zich gaan bezighouden met de technische zaken. Ondernemer Kremer, voormalig eigenaar van het in kampeeruitrusting gespecialiseerde bedrijf Vrijbuiter & De Waard, krijgt de portefeuille commercie.[2]


  1. Victoria Holt
    “De geheimzinnige echtgenoot” (1976), Saga, ISBN 9788726955644
  2.   Weblink bron “Jorrit Jorritsma beoogd rvc-voorzitter Heerenveen” (11-01-2017), Tubantia