kampeeruitrusting
- kam·peer·uit·rus·ting
- samenstelling van kampeer zn en uitrusting zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kampeeruitrusting | kampeeruitrustingen |
verkleinwoord | kampeeruitrustinkje | kampeeruitrustinkjes |
de kampeeruitrusting v
- alle zaken die men nodig heeft om te kunnen gaan kamperen zoals een tent, slaapzak, matrasje en kooktoestel
- ▸ We hebben geen kampeeruitrusting bij ons.[1]
-
- ▸ De laatste is lid van het stichtingsbestuur van de Friese Eredivisieclub en zal zich gaan bezighouden met de technische zaken. Ondernemer Kremer, voormalig eigenaar van het in kampeeruitrusting gespecialiseerde bedrijf Vrijbuiter & De Waard, krijgt de portefeuille commercie.[2]
- Het woord kampeeruitrusting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Victoria Holt“De geheimzinnige echtgenoot” (1976), Saga, ISBN 9788726955644
- ↑ Weblink bron “Jorrit Jorritsma beoogd rvc-voorzitter Heerenveen” (11-01-2017), Tubantia