kalfsleer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kalfs·leer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kalf en leer met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kalfsleer | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- zacht leer gemaakt van de huid van een kalf o.a. gebruikt voor boekbinden
- Bijna anderhalve meter boekenplank, 32 banden in kalfsleer. Voortaan wordt er niks meer in veranderd. Want ‘de Britannica’ wordt na 244 jaar niet meer gedrukt. [2]
Gangbaarheid
- Het woord kalfsleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kalfsleer" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Hendrik Spiering 16 maart 2012
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be