kabelaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·be·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kabelaar | kabelaars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kabelaar m
- bedrijf dat via een hybride fiber-coaxiaal netwerk telefoon, televisie en internet aanbiedt
- ▸ VodafoneZiggo-baas Jeroen Hoencamp is er wat trots op: een jaar lang werkte de kabelaar aan de grootste netwerkupgrade in jaren.[1]
- ▸ Klanten van Ziggo waren dan ook op sociale media niet te spreken over de wijzigingen en riepen over te stappen, waarbij ze even later realiseerden dat Ziggo de enige kabelaar in Nederland is.[2]
Synoniemen
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kabelaar" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron David Bremmer“VodafoneZiggo rolt supersnel Gigabit-internet landelijk uit” (10-10-2019), Tubantia
- ↑ Weblink bron “’Prijs voor tv en internet ineens hoger’” (23 mei 2019), De Telegraaf
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be