Kaasmes(je) (2)
  • kaas·mes
enkelvoud meervoud
naamwoord kaasmes kaasmessen
verkleinwoord kaasmesje kaasmesjes

het kaasmeso

  1. Groot mes waarmee een winkelier de kaas voor zijn klanten snijdt
  2. (huishouden) mes(je) om een hompje dessertkaas mee af te snijden
95 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be